In de catalogus die is uitgegeven ter gelegenheid van de tentoonstelling: 'Zilver uit 's-Hertogenbosch' van 9 maart-2 juni 1985, is op pag. 156 onder nr. 6, een buitengewoon fraaie kelk opgenomen uit 1493 waarvan de maker onbekend is en daarom wordt omschreven als: "de Meester met de Rijksappel". Ook in de catalogus die is verschenen t.g.v. de tentoonstelling "In Buscoducis 1450-1629" wordt deze kelk met zijn onbekende meester genoemd. In het tijdschrift de Brabantse Leeuw geeft een navorser van de stamboom van de familie van Dijck aan, dat het hierbij om Folkard, Hendrikszoon van (den) Dijck handelt en dat hij dus de betreffende goudsmid moet zijn geweest. In Bossche archieven wordt Folkard genoemd als goudsmid sinds 1458 tot ca 1502. Vermoedelijk was hij afkomstig uit Geldrop of omgeving waar ook thans nog de familie Van (den ) Dijck woonachtig is. Hij bewoonde een huis in de Hinthamerstraat. Helaas schijnt van zijn producten alleen de genoemde kelk bewaard te zijn gebleven. Onder de voet bevinden zich twee gegraveerde merktekens. Het meesterteken: de rijksappel en de stadskeur: de bosboom. Een sterke aanwijzing voor de juistheid van deze bewering, is dat het meesterteken van Folkard identiek is aan het familiewapen Van Dijck, n.l. de rijksappel of globe, overtopt door een kruis als teken van het universalisme van het christendom. De kelk is laatgotisch van vormgeving en heeft een achtlobbige voet. In elk van de lobben is een scène gegraveerd. Eén daarvan betreft Maria met kind op de maansikkel waarbij een kloosterlinge geknield zit. Deze kloosterlinge is hier afgebeeld als opdrachtgeefster en schenkster van de kelk. Haar naam is vastgelegd onder de voet van de kelk in de gegraveerde inscriptie: "Ghertrudis Beckers liet mij maken, bid voor haar, 't jaar des Heren 1493" (Ghertrudis Beckers me fieri fecit - orate pro ea - anno domini 1493). Gertrudis was Claris te 's-Hertogenbosch. De merktekens alsmede de Bossche opdrachtgeefster tonen aan dat deze kelk zonder twijfel uit 's-Hertogenbosch afkomstig is. Bijzonder is wel dat deze merktekens gegraveerd zijn en niet zoals gebruikelijk gestempeld. De kelk heeft waarschijnlijk 's-Hertogenbosch verlaten toen de zusters Clarissen toestemming kregen om met behoud van al hun bezittingen te vertrekken. Zij vestigden zich uiteindelijk in Mechelen, waar de kelk zich ook nu nog bevindt Mede gezien de kwaliteit van deze kelk is het vreemd dat noch de illustere Lieve Vrouwebroederschap, noch de Godshuizen of Heilige Geesttafel bij deze meester bestellingen hebben geplaatst. In de catalogus "In Buscoducis 1450-1629", stelt Dr. A.M. Koldeweij dat er mogelijk nog een werkstuk van deze zilversmid bewaard is gebleven. Het St. Jorisgilde te Deurne bezit een zilveren koningsvogel die dateert van rond 1500. Deze is helaas ca 30 jr. geleden ingrijpend gerestaureerd. Hierbij is de vlakke rugplaat geheel vernieuwd en zijn beide merken verloren gegaan. In 1933 zijn deze echter door Jolle omschreven als de bosboom en een rijksappel (meesterteken), precies hetzelfde dus als bij de kelk. Folkard was gehuwd met Elisabeth, dochter van Jan Nyfterick uit het land van Macharen. Zij is in 1502 hertrouwd met Willem van Elsen, zodat wordt aangenomen dat Folkard rond 1500 overleden moet zijn. Uit dit huwelijk is maar één zoon bekend: Hendrik van (den) Dijck, die woonde aan de Markt. Zijn vrouw, Zoeta dochter van Arnold van Teefelen, was mede-erfgenaam van de Zwarte Arend. Folkerd had één broer, Jan Hendrikszn, die priester was. De Bossche Van Dijckens behoorden in de jaren 1450-1570 tot de bovenlaag van de samenleving en waren verwant aan de families Van Broeckhoven, Van Breugel, Reys, Pelgrom, Monicx en Van Gerwen. |
Bronnen | |
• | G.C.M. van Dijck, "De Bossche Meester met de Rijksappel en zijn familie" in: De Brabantse Leeuw 45-2 (1996) 65-68 |
• | A.M. Koldeweij e.a., "Zilver uit 's-Hertogenbosch" (1985) 156-157 |
• | Dr. A.M. Koldeweij, "In Buscoducis 1450 1629" (1990) 172-173 |
1996 |
G.C.M. van DijckDe Bossche meester met de rijksappel en zijn familieDe Brabantse Leeuw 2 (1996) 65-68 |